dinsdag 28 februari 2017

Boerenland zonder boeren

Tijdens een ritje met P. van Hoogeveen naar Meppen hebben we het erover hoe de streek veranderd is. We komen door het Mantingerveld, een groot terrein dat sinds begin jaren '90 door Natuurmonumenten aan elkaar is gebreid uit losse stukken natuur en het boerenland daartussen. Tussen het Mantingerveld en de Staatsbossen bij Gees is in de jaren '20 van de vorige eeuw vanaf de Hoogeveensevaart een groot gebied ontgonnen, met de nieuwe dorpen Nieuw-Balinge en Witteveen er in langs een vaartje om eerst de turf en later de aardappelen af te voeren: de Midden-Raai. Tegenwoordig is het alleen voor de afwatering. P. wijst op de boerderijen van toen, en de landarbeiderswoningen.

Er zijn plannen om het Mantingerveld en de Staatsbossen met elkaar te verbinden. Daarvoor zullen een paar boerderijen moeten wijken. P. vindt het eigenlijk maar niks. Hij heeft zijn achtergrond in de schaalvergrotende en mechaniserende landbouw van de jaren 1950-1990, en het gaat hem aan het hart dat boeren zich staande moeten houden met "koeien knuffelen", zoals hij dat noemt. 

Ik vraag hem hoeveel boeren er nog over zijn. In Meppen zijn geen boeren meer. In Aalden is nog één boerenbedrijf, en tussen Meppen en Witteveen, op de ontginningsgronden, zitten er nog één of twee. Maar die bebouwen lang niet al het land. De landbouwgronden rond Meppen en Aalden zijn verkocht aan boeren uit heel andere delen van Nederland, tot in de Achterhoek en Utrecht aan toe, om mest uit te kunnen rijden. De gezamenlijke mestsilo's die de boeren uit de buurt in de jaren '90 hebben gebouwd staan er nog, maar die worden nu dus voor mest uit andere delen van het land gebruikt. 

Tot zover de mythe van de boer die bij zijn eigen grond woont. Volgens P. is het enorm veranderd sinds de jaren '90, en hij werd er niet blij van. Ik kan het me voorstellen. Je hoort pleidooien voor een radicaal andere landbouw, met minder specialisatie en een kleinere schaal, en biologisch ook nog. Dat is een aantrekkelijk verhaal, maar als ik P. hoor is de nodige omschakeling nog veel groter dan je zou denken. 

Voor het oog van de voorbijganger verandert er trouwens niet veel. Een aardappelveld is een aardappelveld. Nog niet gevraagd of ze daarvoor dan ook uit Utrecht komen.

Geen opmerkingen: